Inna lillahi wa Inna ilayhi raji’un

Wij behoren aan Allah en tot Hem zal de wederkeer zijn

Indien een lid van Jamaat-Al-Imaan komt te overlijden en u wilt dat de jamaat de rouwdienst begeleidt dan treft u hier informatie over de gang van zaken.

Wie moet ik informeren?

In geval van overlijden kunt u bellen met broeders Ali Chiragali of Alfred Abdoelrazak via 070-3899219. Zij zullen u verder informeren.

Regels met betrekking tot het coördineren en faciliteren van rouwdiensten door de vereniging                                                                                            

Als er een beroep op de vereniging is gedaan, zal de leiding – voor wat betreft de religieuze aspecten die betrekking hebben op de aflegging van de overledene tot en met de Koranrecitatie en geloofsprediking in handen zijn van een of meerdere leden van de Tablieggroep. Zij zien er op toe dat de verrichtingen conform de Sharie’ah worden uitgevoerd. Derhalve moeten de instructies van deze vertegenwoordigers te allen tijde strikt opgevolgd worden. Zij behouden zich het recht voor om eventuele persoonlijke wensen van de nabestaanden, met betrekking tot de rouw- en begrafenisplechtigheden, die in strijd zijn met de Sharie’ah, niet te doen vervullen.

Indien de nabestaanden volharden in het verrichten van Bied’ah handelingen, zullen de vertegenwoordigers van de vereniging Jamaat – Al – Imaan afzien van alle verdere bemoeienissen met betrekking tot het overlijdensgeval.

De laatste verzorging van de overledene (bewassing en lijkgewaad)

De laatste verzorging dient zo spoedig mogelijk plaats te vinden tenzij er dringende redenen aanwezig zijn om deze uit te stellen. Zolang de laatste verzorging niet heeft plaatsgevonden, is het niet toegestaan om de Koran te reciteren in aanwezigheid van het stoffelijk overschot. Degenen die aan de laatste verzorging deelnemen zijn verplicht de instructies van de vertegenwoordigers van de vereniging op te volgen. Voor de goede orde zij vermeldt dat het niet toegestaan is om het hoofdhaar, de baard, snor of enig haar op het lichaam te kammen, knippen of scheren en de nagels te knippen. In de lijkkist worden de armen van de overledene gestrekt naast het lichaam gelegd en met het hoofd iets naar rechts gewend. 

De overledene wordt uitsluitend gewikkeld in het voorgeschreven lijkgewaad dat voor de man bestaat uit drie delen en vijf delen voor de vrouw. Het hoofd van de overledene bedekken met een extra hoofddeksel (Namaz topie, Orhnie, etcetera) is niet in overeenstemming met de Kafan voorschriften en is daarom niet toegestaan.

De meest voorkomende Bied’ah handelingen zijn:

–           Zowel voor als na de laatste verzorging tijdens de rouwdienst opgebaard liggen als een andersgelovige (bijvoorbeeld in een jurk of pak, met schoenen en sieraden aan, met make-up op).

–           Het schrijven van Biesmiellaa-Hier-Rahmanier-Raheem of teksten van een Kalimah met de vinger op het voorhoofd, elders op het lichaam of op de Kafan.

–           Het plaatsen van de Ahad Naamah, Kalimah’s, een Koran, Koranische teksten of de Schone Namen van Allah in de lijkkist.

–           Geregen bloemen (Jasmijn, Chameli) om de hals van de overledene leggen en/of het    strooien van bloemen in de lijkkist.

–           Het plaatsen van een Tesbih (bidsnoer) in de lijkkist.

–           Het plaatsen van persoonlijke bezittingen van de overledene in de lijkkist.

–           Aarde in de lijkkist doen.

–           Het vertonen van foto- en videobeelden tijdens de rouwdienst.

–           Het live voordragen van gezangen, met of zonder muzikale begeleiding, het bespelen van muziekinstrumenten alsmede het afspelen van een geluid dragende medium  tijdens de rouwdienst, met uitzondering van Koranrecitatie.

–           Het reciteren van La Ilaaha Illallaah terwijl de overledene ten grave wordt gedragen.

–           Het reciteren van de Koran bij het graf.

–           Onnodig praten in de begrafenisstoet en tijdens de teraardebestelling.

–           Adzan reciteren bij het graf.

–           Het oplaten van ballonnen als de teraardebestelling voltooid is.

Hoe goed ook bedoeld, er zal geen enkele daad van Bied’ah beloond worden door Allah Ta’ala. Integendeel zal dit onherroepelijk leiden tot zonde! De Heilige Profeet Mohamed, vrede zij met hem, zei: “elke innovatie is een dwaling, en elke dwaling leidt tot het Hellevuur.”

Het bestuur en Tablieggroep